KEVIN COYNE – SHANGRI-LA: LIVE IN BREMEN 1975 & 2001

Artiest info
Website - bandcamp
facebook

Sommige optredens blijven lang in je geheugen hangen, omdat ze op de ene of andere manier indruk maakten, bijzonder waren. Voor mij was dit o.a. een optreden van twee Britten, van Kevin Coyne (1944-2004) en zijn soul mate Brendan Croker (op zaterdag 7 november 2002) in de Spirit of 66 in Verviers. Kevin Coyne was al langer een van mijn favoriete muzikanten, omdat zijn 1973-hit over de “girl of my dream / why don’t you let me come in…”, “Marlene” één van die songs is, die je zelf nooit van de harde schijf, die waarschijnlijk ergens in je hersenen verborgen zit, kan wissen. Als we in de carrière van Coyne & Croker duiken en zoeken of ze ooit ergens samen voor een gemeenschappelijk album in een opname studio doken, dan belanden we via Nürnberg en Leeds in 2002, het jaar dat ze -ik denk de enige keer?- samen het album, met de bijzondere titel, ‘Life is Almost Wonderful’ opnamen.

Eerst de man voorstellen… Kevin Coyne was een méér dan creatieve bezige bij, muzikant, schrijver en schilder. Coyne studeerde grafiek en schilderkunst aan de Joseph Wright School of Art en daarna aan de Derby College of Art. Hij werkte aanvankelijk (tot 1968) als sociaal werker in Lancashire. Daarna als raadsman voor drugsverslaafden. Deze periode is een belangrijke inspiratiebron geweest voor zowel zijn vroege als latere songs. Als muzikant begonnen vanaf 1973 Coyne’s bij het beroemde Virgin Group label, acht zeer productieve jaren. Het tweede album dat Virgin in 1973 -na ‘Tubular Bells’ van Mike Oldfield- uitbracht was Coyne’s ‘Marjorie Razor Blade’. Coyne bracht bij Virgin nog tien LP's uit. Vooral met ‘Millionairs and Teddy Bears’ (1979) en ‘Pointing the Finger’ (1981) vergaarde hij bekendheid. Coyne toerde door Canada, Australië, de V.S. en Europa. Ook werkte hij in het theater met twee zelfgeschreven musicals (o.a. “Babble”). Er volgde hierna, a.g.v. een inzinking (door de hectiek en overmatig drankgebruik), een donkere periode. In 1985 verhuisde Coyne voorgoed naar Neurenberg waar hij met de Duitse Paradise Band (zonder drank) een nieuwe start maakte. Zijn carrière als schrijver, schilder en singer-songwriter bloeiden in deze periode van zijn leven. Coyne is drie keer getrouwd geweest en had drie zoons. Coyne nam als singer-songwriter méér dan 50, grotendeels op de blues geïnspireerde, albums op, stond méér dan 1500 keer op een podium en schilderde/tekende méér dan enkele duizenden schilderijen/tekeningen. Karakteristiek voor zijn teksten waren zijn maatschappijkritiek en Britse humor.

MIG-Music is altijd een grote Kevin Coyne-fan geweest. ‘Shangri-la Live in Bremen 1975 & 2001’ is een album dat op 18/08/1975 en 26 jaar later in 2001 in Bremen live opgenomen werd met o.a. gitarist Andy Summers (The Police) en pianist Zoot Money (Animals, Eric Burdon, Mick Taylor, Humble Pie). ‘Shangri-La: Live in Bremen 1975 & 2001’ van Kevin Coyne is niet alleen een zeer interessante aanvulling op het werk van deze uitzonderlijke muzikant/kunstenaar Kevin Coyne, maar laat ook zijn ontwikkeling na een goede kwart eeuw horen. Uiteindelijk zou hij ook na zijn overlijden op 60-jarige leeftijd in 2004, altijd een cult artiest blijven, met ook in de Lage Landen een klein maar trouw publiek.

Op het pas verschenen live dubbelalbum staan niet minder dan 30 nummers op de tracklists. De eerste 16 uit het optreden uit een vooral akoestisch optreden in 1975 en de 14 andere uit een meer elektrisch optreden in 2001, met telkens een mix van originele nummers en covers. Zijn er nummers die hij op beide optredens deed? Ja, slechts één, “Saviour”, de titelsong van een 1975-single met als B-kant, “Rock’N Roll Hymn” en een gelijknamige 1975-EP (collectorsitem!) met ook nog “Lucy” en “Lonely Lovers”. Het is een nummer waarin Coyne, tracht te ontspannen aan een rivieroever, terwijl hij op zoek is naar een Redder Verlosser. Uit het 1976-optreden pluk ik verder, alvast de opener, “Going Down Slow” het St Louis Jimmy Odin-nummer met de woorden: “I have had my fun if I never get well no more / All of my health is failing / Lord, I'm going down slow…”. Verder het aardig rockende “Strange Locomotion” (een nummer uit zijn post Siren-periode), “Nobody's Fault But Mine” (de Led Zeppelin cover), de frêle titelsong, “My Mother's Eyes”, het funky “Mummy” en de geweldige gitaarsolo die Coyne’s smeken extra in de verf zet, het kwetsbare “Ad Lib” en het explosieve “Turpentine” met de oproep “verbrand de hele wereld”.

Méér dan een kwart eeuw later, in 2001 trad Kevin Coyne opnieuw op in Bremen. Nu is “Gina's Song” (‘Legless in Manilla’, 1984)de opener. Het is een ode aan, die zoals “Cheat Me” erg dubbel aanvoelt. Van mijn reis doorheen Kevin Coyne’s aparte “crazy world” zijn me verder bijgebleven: “Lunatic” (‘Dynamite Daze’, 2010), het erg bluesy “My Wife's Best Friend” (‘Sugar Candy Taxi’, 2005), “Fat Girls” (‘In Living Black and White’, 1977) en “Talking to No One” (‘Marjory Razerblade’, 1973) en de woorden: “Talking to no-one is strange, Talking to someone is stranger / You might be in danger yeah, If you say too much in this world…”.

“'Shangri-La: Live in Bremen 1975 & 2001' by Kevin Coyne is not only a very interesting addition to the work of this exceptional and unique musician/artist Kevin Coyne, but also shows his development after a good quarter of a century…” (ESC, Rootstime.be)

Eric Schuurmans

 

 

‘SHANGRI-LA: LIVE IN BREMEN 1975 & 2001’: tracklist CD1: 01. Going Down Slow [St Louis Jimmy Odin > BB King, Eric Clapton…] - 02. Eastbourne Ladies - 03. Sunday Morning Sunrise - 04. Strange Locomotion - 05. Nobody's Fault But Mine [James Patrick Page / Robert Anthony Plant > Led Zeppelin] - 06. Shangri-La - 07. Poor Swine - 08. Mummy - 09. My Mother's Eyes - 10. Saviour [w/Archibald Legget & Gordon Smith] - 11. House On The Hill - 12. One Fine Day - 13. Ad Lib - 14. Turpentine - 15. Knockin' On Heaven's Door [Bob Dylan] - 16. Reelin' And Rockin' [Chuck Berry] - tracklist CD2:17. Gina's Song - 18. Cheat Me - 19. Happy Little Fat Man - 20. Araby - 21. Must Be Love - 22. Saviour - 23. Karate King - 24. Lunatic - 25. My Wife's Best Friend - 26. Need Somebody - 27. Pony Tail Song - 28. Fat Girls - 29. Schoolboy - 30. Talking To No One | Music/Lyrics: Kevin Koyne, or as [noted] | Credits CD1: Kevin Coyne: vocs, guitar / Andy Summers: guitar,vocs / Steve Thompson: bass / Zoot Money: e piano, vocs / Peter Woolf: drums | CD2: Kevin Coyne: vocs, a guitar, harmonica / Keili Keilhofer: e guitar / Werner Steinhauser: drums

Discography KEVIN COYNE: Shangri-La: Live in Bremen 1975 & 2001 (MIG-Music) [2023] | Live at Rockpalast (Cologne, 1979) [2019] | Underground [2006] | The Cherry Red Albums 1981-1982 (Pointing the Finger/Politicz [2005] | One Day in Chicago, w/Jon Langford [2005] | Donut City [2004] | Carnival [2002] | Life is almost wonderful, w/Brendan Croker [2002, CD/DVD: 2020] | Room full of Fools [2000] | Sugar Candy Taxi [2000] | Bittersweet Lovesongs [2000] | Live Rough and More [1997] | Knocking On Your Brain [1997] | The Adventures of Crazy Frank [1995] | The Club Rondo (recorded 1969/1971) [1995] | Let's Do It (recorded 1969/1970) [1994] | Rabbits (recorded 1969/70) [1994] | Elvira: Songs from the Archives 1979-83 [1994] | Sign of the Times [1994] | Tough and Sweet [1993] | Burning Head [1992] | Wild Tiger Love [1991] | Peel Sessions [1991] | Romance - Romance [1990] | Everybody's Naked [1989] | Stumbling on to Paradise [1987] | Rough [1985] | Legless In Manila [1984] | Beautiful Extremes et Cetera [1983] | Politicz [1982] | Live in Berlin [1981] | Pointing the Finger [1981] | The Dandelion Years [1981] | Sanity Stomp [1980] | Bursting Bubbles [1980] | Millionaires and Teddy Bears [1979] | Babble - Songs for Lonely Lovers, w/Dagmar Krause [1979] | Dynamite Daze [1978] | Beautiful Extremes [1977] | In Living Black and White [1977] | Heartburn [1976] | Let's Have a Party [1976] | Matching Head and Feet [1975] | Blame lt On the Night [1974] | Marjory Razorblade [1973] | Case History [1972] | Strange Locomotion, w/Siren [1971] | Siren, w/Siren [1969] |